Achtergrond Lions Clubs
Serviceclubs vonden in de eerste decennia van de vorige eeuw hun oorsprong in de Verenigde Staten. Zo ook de Lions. Reeds in het midden van de 19e eeuw komt de naam ‘lions’ voor; clubs van mannen die zich bezighielden met de problemen van ‘good governement and good citizenship’.
Onderling hulpbetoon stond daar bij voorop. Ook bestond er een groot aantal ‘businessmen’s circles’, waarin groeps- en eigenbelang de overhand hadden.
Het is de verdienste geweest van Melvin Jones, lid van zo’n ‘circle’, in te zien dat een grote groep invloedrijke zakenmensen een machtig potentieel zou kunnen vormen in het belang van de gemeenschap in het algemeen. Hij wist een groot aantal groepen te bundelen onder de naam Association of Lions Clubs. De constituerende vergadering vond plaats in Dallas (Texas) in oktober 1917.
Nadat de eerste club buiten de Verenigde Staten (Canada) was ontstaan werd de naam gewijzigd in ‘The International Association of Lions Clubs’.
Lions is de grootste NGO (Niet Gouvernementele Organisatie) binnen de Verenigde Naties.
Na de eerste wereldoorlog ontstonden er ook clubs buiten het Amerikaanse continent. De eerste Nederlandse club werd opgericht op 29 september 1951 te Amsterdam.
Op 1 juli 1952 is Lions Club Den Haag 1, als tweede Lions Club in Nederland, opgericht.
Lidmaatschap
De leden van Lions Club Den Haag I
Met betrekking tot de samenstelling van de club wordt pluriformiteit en diversiteit nagestreefd. Het aantal leden bedraagt idealiter 35 tot 40 (maximum). Voor zover en zo lang dit aantal nog niet is bereikt, wordt van ieder individueel lid actieve wervingsinspanningen verwacht. Doelstelling is om jaarlijks tenminste drie nieuwe leden te installeren. Ook de partners van de leden worden aangemoedigd een actieve bijdrage aan het clubleven te leveren
Vaste programmaonderdelen
- Opening clubjaar, 1e maandag in september
- Jumelageweekend eind september c.q. begin oktober, om en om in Duitsland/Nederland, met Lc Dortmund-Tremonia.
- Charternight, 15 november.
- Kerstavond, laatste maandag voor de kerstdagen.
- Driekoningenviering, rond 6 januari.
- Ladiesnight, 5e maandag van enige maand.
- Bestuursoverdracht, 3e maandag in juni
- In juli en augustus zijn er geen formele bijeenkomsten; wel worden in beide maanden informele thuisontvangsten geëntameerd.
Attendanceverplichtingen
Gelet op het cruciale belang van een goede attendance wordt ervan uitgegaan dat actieve leden (dus niet de life en privilaged members alsmede de members at large) in beginsel altijd present zijn op bijeenkomsten en bij activiteiten. Dit ondermeer om actief aan de argumentatie en besluitvorming binnen de club deel te kunnen nemen.Uiteraard kunnen privé- of werkomstandigheden aanleiding zijn een of meerdere keren afwezig te zijn. In zulke gevallen is men verplicht óf de sponsor óf een van de bestuursleden van tevoren in te lichten. Het zonder reden gedurende 3 maanden weg blijven zal voor het bestuur aanleiding zijn om de sponsor in te schakelen, met het oogmerk te achterhalen wat de reden van het verzuim is. Treedt in de daarop volgende 3 maanden geen verbetering op en is er ook geen geldige reden voor het wegblijven, dan zal het bestuur betrokkene de “Gele Kaart” doen toekomen. In het geval ook deze waarschuwing in de wind wordt geslagen, dan wordt betrokkene na 6 maanden automatisch schriftelijk geroyeerd (“Rode Kaart”). Deze procedure voorkomt dat de club wordt opgezadeld met passieve leden die geen enkele inbreng hebben en door het merendeel niet wordt gekend. Bovendien kunnen op deze manier pijnlijke confrontaties worden vermeden. Partners en weduwen van overleden Lions zijn in beginsel bij alle bijeenkomsten en activiteiten van harte welkom.
Beleid Ledenbestand
Beleid Ledenbestand (Extensie) Lions Den Haag 1
Visie, doelstellingen & strategie.
In de visie van de Commissie Ledenbestand is Lionsclub Den Haag 1 een levendige club.
Een club waar je mensen -die je anders niet zo gauw zou ontmoeten- echt leert kennen en die na verloop van tijd je vrienden worden, een club waar je je thuis voelt, waar je meningen kunt uitwisselen en waar je je samen inzet voor het goede doel, op een schaal die individueel niet mogelijk is en die verenigbaar is met andere activiteiten.
Belangrijke ingrediënten hiervoor zijn pluriformiteit, een zodanig aantal leden dat men elkaar goed kent, voldoende omvang om wat grotere fundraising activiteiten te ondernemen en een enigszins gelijkmatige leeftijdsverdeling.
Voor wat betreft het aantal leden denken wij aan ca 35 (maximaal 40).
Voor wat betreft de ondergrens van de leeftijd stellen wij 35+ voor, waarbij aansluiting met kandidaten van die leeftijdscategorie gezocht wordt door werving van nieuwe leden die 0 tot 5 jaar jonger zijn dan de jongste bestaande leden. Verder stellen we voor niet te veel nieuwe leden tegelijk aan te nemen, maar maximaal ca drie per jaar, waarbij goede integratie onder het coachend oog van de sponsor wordt gerealiseerd.
Pluriformiteit acht de commissie een belangrijk goed. Die uit zich onder meer in een verscheidenheid van beroepsgroepen. Ook in het verleden is dit erkend; het bleek echter moeilijk om nieuwe leden uit andere beroepsgroepen te vinden. We denken hierbij aan:
– kunstenaars, vertegenwoordigers van culturele instellingen
– politici
– geestelijken, filosofen
– detaillisten, ondernemers
– beroepsmilitairen
– vertegenwoordigers van kennisinstellingen, scholen, universiteiten
– andere nog niet vertegenwoordigde beroepsgroepen.
In het algemeen stellen we voor dat idealerwijs Lions Club Den Haag 1 meer een afspiegeling moet zijn van de samenleving om ons heen, uiteraard wel in lijn met de doelstellingen en mentaliteit van Lions Club Den Haag 1.
Zoals gezegd, pluriformiteit wordt al jarenlang onderschreven, maar nog niet – in de gewenste mate- gerealiseerd in Lions Club Den Haag 1. De nieuwe Commissie Ledenbestand stelt hiertoe een nieuwe aanpak voor:
Van de eerstkomende drie nieuwe leden dienen ten minste twee te komen uit bovenstaande beroepsgroepen, dan wel op een andere wijze een passende bijdrage te leveren aan het voornemen de club meer een afspiegeling te laten zijn van de samenleving om ons heen.
Wanneer dit gerealiseerd is, dan wordt deze regel opnieuw toegepast totdat de samenstelling van de club aanzienlijk meer gemêleerd is geworden.
De commissie is van mening dat deze rigoureus ogende aanpak gewenst is omdat het anders bij“wishful thinking” blijft en dat deze aanpak de kansen op een duurzaam levendige Lions Club Den Haag 1 sterk bevordert.
Rollen en verantwoordelijkheden.
De commissie ziet geen aanleiding om de huidige rollen en verantwoordelijkheden aan te passen. De verantwoordelijkheid voor het aantrekken van nieuwe leden blijft liggen bij de bestaande leden van de club, waar nodig gestimuleerd door het bestuur en/of de Commissie Ledenbestand. Interviews van aspirant leden zullen door 2 tot 3 leden van de Commissie Ledenbestandplaats vinden; zij maken daarvan een kort verslag dat wordt voorgelegd aan de voorzitter, die het op zijn beurt voorlegt aan het bestuur.
Procedures.
De commissie heeft de bestaande extensiedocumenten doorgenomen.
Deze voldoen naar het oordeel van de commissie nog steeds.
Het voorstel is de Extensieprocedure van oktober 1997 nagenoeg onveranderd te laten, met drie kleine wijzigingen, t.w. dat het woord “Extensiecommissie”is vervangen door het woord “Commissie Ledenbestand”, in de tweede alinea de verantwoordelijkheid voor het aantrekken van nieuwe leden expliciet gemaakt is; verder is de verwijzing naar de introductiemap vervangen door een verwijzing naar de website.
Aan het “kennismakingsformulier” (bijlage I) is ruimte voor een “korte motivatie”, de naam van de sponsor en een digitale pasfoto toegevoegd.
Zoals voorgelegd door de Commissie Ledenbestand (Extensiecommissie) aan het Bestuur en besproken en vastgesteld in de Ledenvergadering van 2 juni 2008.
Procedure Ledenbestand (Extensie)
Doelstelling van de Procedure Ledenbestand is het waarborgen van zorgvuldigheid, duidelijkheid en wederzijdse vrijblijvendheid en het voorkomen van onjuiste en/of onzuivere verwachtingen.
De verantwoordelijkheid voor het aantrekken van nieuwe leden ligt bij de bestaande leden, waar nodig gestimuleerd door het bestuur en/of de Commissie Ledenbestand.
1a De sponsor, van wie vereist is dat hij ten minste twee jaar lid is, dient tevoren allereerst bij zichzelf terdege te rade te gaan of de door hem aan te dragen kandidaat goed in profiel en samenstelling van Lions Club Den Haag 1 zou passen.
1b Ten tweede bij de Club, met name bij de Commissie Ledenbestand, waarbij de criteria met name zijn de behoefte van de club, de verwachtingen, eventueel de leeftijd, beroep, woonplaats etc., kortom de inpasbaarheid in het door de club aanvaarde profiel.
1c Ten derde dient de sponsor zich te vergewissen (vrijblijvend) bij de kandidaat in termen van bereidheid, beschikbaarheid, benaderingswijze, enthousiasme.
2 Wanneer uit 1 een positieve conclusie voortkomt wordt de kandidaat formeel door de sponsor benaderd. De kandidaat ontvangt van de Commissie Ledenbestand de link naar de website van de club en aan hem wordt verzocht het ‘kennismakingsformulier’ in te vullen, evt. met toevoeging van een CV. Deze aanmelding geschiedt bij de Commissie Ledenbestand, die een kopie aan het bestuur zendt. De Commissie Ledenbestand beziet de antecedenten.
3 Daarna volgt op uitnodiging van de Commissie Ledenbestand een gesprek. In dit gesprek kunnen vragen worden beantwoord van de kandidaat, naar aanleiding van de informatie op de website, wordt meer diepgaande informatie gegeven over onze club en het verdere verloop van de procedure ledenbestand.
Met name dient aandacht te worden besteed aan het peilen van de motivatie van de kandidaat ten aanzien van een Lions-lidmaatschap, maar ook zal worden getracht verkeerde verwachtingen te voorkomen door te wijzen op de wederzijdse mogelijkheid tijdens de procedure ‘neen’ te kunnen zeggen.
4 Indien de Commissie Ledenbestand tot een negatieve conclusie komt, wordt eerst contact opgenomen met de sponsor, met wie overleg wordt gevoerd. De sponsor licht de kandidaat vervolgens in. Wanneer de sponsor zich niet bij de conclusie van de Commissie Ledenbestandkan of wil neerleggen kan hij hierover contact opnemen met het bestuur. Leidt het hierop volgende gesprek tussen bestuur, Commissie Ledenbestanden de sponsor niet tot een eenduidige conclusie, dan bestaat de mogelijkheid, ter beslissing aan het bestuur, om een en ander aan de ledenvergadering voor te leggen.
5 Wanneer de Commissie Ledenbestandna het gesprek tot een positieve conclusie komt wordt hierover onverwijld gerapporteerd aan het bestuur; dit in de vorm van een kort verslag plus het kennismakingsformulier. Hier eindigt de taak van de Commissie Ledenbestand.
6 Het bestuur draagt vervolgens zo spoedig mogelijk – bij afzonderlijk schrijven – de kandidaat voor aan de club, waarbij een vereiste is dat ook de relevante gegevens (kennismakingsformulier plus verslag van de Commissie Ledenbestand) aan de leden worden verstrekt. Binnen een termijn van drie weken hebben leden de gelegenheid hun eventuele bezwaren, met redenen omkleed, schriftelijk aan het bestuur kenbaar te maken.
7 Het bestuur zet de besluitvorming over de kandidatuur op de agenda van de eerstvolgende vergadering, die ten minste drie weken na verzending van de stukken aan de leden plaatsvindt.
Indien er geen bezwaren zijn zal in deze vergadering het principebesluit worden genomen of de kandidaat zal worden opgenomen als lid.
Indien het bestuur van twee of meer clubleden bezwaren heeft ontvangen, wordt afgezien van de kandidatuur.
Indien slechts een clublid bezwaar aantekent vindt – vòòr bespreking in de club – overleg plaats tussen bestuur, sponsor en het bezwaarmakende clublid. Na dit overleg besluit het bestuur of de kandidatuur al dan niet wordt ingetrokken.
8 Bij een positieve besluitvorming ontvangt de kandidaat een uitnodiging voor (aanwezigheid bij) drie activiteiten. Hierdoor wordt de kandidaat in de gelegenheid gesteld zich een goed beeld te vormen van het clubleven. Deze activiteiten dienen zich qua duur af te spelen in een periode van twee ‘actieve’ clubmaanden. In de praktijk zullen dit mogelijk meer maanden zijn, maar een langere periode dan drie maanden moet in elk geval worden voorkomen. Ten opzichte van de kandidaat moet worden benadrukt dat gestreefd wordt naar genoemde duur, maar dat de feitelijke aanwezigheid bij ten minste drie activiteiten voorop gesteld wordt.
9 Het bestuur evalueert de procedure en stelt in overleg met de kandidaat de installatiedatum vast.
10 De procedure eindigt met de formele installatie.